Wensen voorbij verlangen naar anders
De wens die me dit jaar het diepst raakte was: veel heil en zegen!Archaïsche woorden dragen energie die modern Nederlands mist.
Een wens die in Groningen gebruikelijk is, werd me verteld.
Ik zoog het op: veel heil en zegen! Dat doet goed.
Op mijn wens voor een ander kreeg ik als reactie:
‘Ik wens dat ik niets meer wens.’
Die kwam ook binnen.
Wat betekent het als je wenst dat je niet meer wenst?
Zou het mogelijk zijn om niet meer te wensen?
En is het wenselijk?
Hoe laten we het wensen, dromen, verlangen, veranderen los?
Het deed me denken aan een gesprek, een paar maanden geleden,
met een lieve vrouw op een nazomerterras.
We zagen twee aantrekkelijke wegen, en wisten niet te kiezen hoe het best om te gaan met ons dagelijks leven:
‘in beweging komen, handelen, veranderen en een mooier leven scheppen’
of ‘zijn met wat er is’ en niet meer verlangen, willen, wensen, dromen.
Zij meende dat ‘aanvaarden van wat er is’ groots is.
Ik kan niet ontkennen dat dit het aantrekkelijke aureool van een boeddha heeft.
Maar hoe komen we op die weg zonder ons verlangen?
En hoe verlossen we onszelf dan vervolgens weer van dat verlangen?
Ze noemde het verlangen een knaagdier.
Ze zei: ‘ Ik hou niet van het knaagdier in mij. Ik vind het klein, ik acht het minder.’
Minder dan ‘aanvaarden’, bedoelde ze.
Plotseling, zoals het gaat als je durft te kijken naar wat er is,
werd ons duidelijk hoe wij met ons afwijzen van het verlangen
een gordiaanse knoop vormen.
De knager is niet het verlangen, maar de weerstand.
Het verlangen is niet het knaagdier waar ze last van had,
Het verzet tegen 'verlangen' was de onopgemerkte onruststoker.
Wat er op dit moment door de wereld zoemt zijn ‘wensen’,
heel veel wensen voor onszelf, elkaar en de wereld
‘dromen’, ‘verlangens’ en ‘intenties’, juist nu
een nieuwe periode begint: het jaar 2014!
Dat is wat er is.
Het is onmogelijk te kiezen voor ‘willen’ of ‘zijn'.
Ze zijn er, beide, elk met een eigen waarde:
‘Verlangen’ draagt ons naar ‘zijn',
‘Zijn’ met dat ‘verlangen’ voelt Thuis.
Laten we daarom ons knaagdier op schoot nemen,
erkennen dat het er is
en aanvaarden dat het bij ons hoort.